Warmte/zomer onweer komt voor in de zomer omdat hiervoor een sterke verhitting van het aardoppervlak en de daaraan grenzende lucht nodig is. Ze komen daarom het vaakste voor aan het einde van een mooi-weer-periode.
Warmte ontstaat wanneer vochtige, hete lucht, die veel vocht kan bevatten, stijgt en wolken vormt. Deze wolken zijn onregelmatig gerangschikt boven een landstreek en de voorkeur van de wolken ligt voor gebieden die het sterkst verhit worden, zoals zandvlakten en grote steden.
Nadat het geonweerd heeft lossen de wolken zich in de nacht weer op. De volgende dag warmt de lucht zich weer op, boven de gebieden waar de vorige dag regen is gevallen, stijgt extra waterdamp op waardoor er weer nieuwe onweersbuien kunnen ontstaan.
Warmte onweer doet zich meestal pas in de namiddag of op de avond voor doordat de temperatuur dan zijn hoogste waarden heeft bereikt.